Hysterische activiteiten
Mijn geschilpunt met Mariëlle is haar bewering dat het AMK (Veilig Thuis) ‘deskundig’ heeft vastgesteld dat er 20.000 kinderen per jaar aan geweld worden blootgesteld, want daar kan natuurlijk geen sprake van zijn. Er wordt door jeugdbeschermers van alles vastgesteld in die lijvige rapporten van ze, maar deskundig gebeurt dat zeker niet. De SPH-meisjes van net in de twintig die met kinderen en gezinnen willen werken hebben nog geen enkele levenservaring, dus doen ze alles uit het boekje en volgens het protocol en daar komen meestal niet de meest zinnige dingen uit. Mariëlle weet natuurlijk heel goed dat het ‘grijze gebied’ tussen een normale opvoedingsvraag en echte mishandeling in de loop der jaren alleen maar groter is geworden en voorál door de hysterische activiteiten van haar organisatie die in hoge mate hebben bijgedragen aan de criminalisering van opvoedingsvragen. Werd vroeger nog een duidelijk onderscheid gemaakt tussen een opvoedprobleem en echte mishandeling (vooral fysiek, soms ‘psychisch geweld’), sinds de invoering van ‘emotionele verwaarlozing’ als kindermishandelingbegrip is het domein waarin jeugdzorg kan interveniëren eindeloos groot geworden, want niets is zo subjectief als ‘verwaarlozing’. (2)
Teveel woorden zal ik aan dit procrustesbed van jeugdzorg niet verspillen, maar laat ik volstaan met het noemen van wat paren van tegenstellingen die illustreren hoe flexibel en onder alle omstandigheden ‘mishandeling’ kan worden vastgesteld volgens deze methode: veel aandacht geven (= verwennen)- weinig aandacht geven (= verwaarlozen), veel helpen (= verstikken/ overbeschermen)- weinig helpen (= desinteresse, pedagogisch onbekwaam), veel vriendjes (= kind heeft geen eigen ruimte), weinig vriendjes (= kind is buitengesloten), enz. Hoe ruimer de definitie hoe groter de kans op het vinden van mishandeling en dat geldt net zo goed richting ouders. Teveel zeggen is niet goed (= eigenwijs) en te weinig zeggen is ook niet goed (= werken niet mee), terwijl ondertussen de casemanager/ jeugdbeschermer ‘foutloos’ zijn/haar werk doet. Dat het met de cliëntrelatie vaak niet zo wil lukken verbaast jeugdzorg nog altijd, na meer dan twintig jaar op deze manier met mensen om te gaan en volgens deze principes rapporten te vullen die primair op ‘gevaar’ gericht zijn en veel minder op succesvolle hulpverlening.
Voortschreidend inzicht
Maar Mariëlle is niet helemaal in een winterslaap gebleven de afgelopen jaren, want het is haar inmiddels duidelijk dat ze wel hysterisch steeds meer kinderen aan de voorkant de jeugdzorg in kan schoppen, maar dit garandeert niet dat ze er aan de achterkant ook gelukkig en gezond uitkomen. Een heel klein beetje verantwoordelijkheid op dit terrein begint zich te ontwikkelen al is het nog mager en valt het volledig in het niet bij de mishandelinghetze die ze beroepsmatig blijft voeren. Slechts 18% van de kinderen met traumasignalen heeft hulp gekregen bleek uit onderzoek van de vier grootste gemeenten in ons land. Iets dat al ruim twintig jaar door jeugdzorggedupeerden, familierechtadvocaten en ouderondersteuners wordt geroepen, maar sinds de Transitie is dit kennelijk schokkend nieuws!
Maar wat een ontdekking nu toch voor Mariëlle. De kwaliteit van de jeugdzorg laat te wensen over en kinderen zijn voor en na een melding vaak even slecht af (of na de melding zelfs slechter). Zo was er eens een kind uit huis geplaatst dat vervolgens in het pleeggezin werd misbruikt en toen dat naar buiten kwam hebben de jeugdbeschermers het in paniek teruggebracht naar de biologische ouders (waar het kind zo werd ‘mishandeld’). Wie denkt dat dit incidenten zijn moet maar eens een langdurig onderzoek instellen naar de seriële incidenten van jeugdzorg. Het kan altijd nog gekker dan het meest absurde verhaal over de kromme logica van jeugdbeschermers. En ook het machtsmisbruik door jeugdbeschermers went nooit, hoe vaak het ook de revue passeert en hoe lang het ook geleden is dat iemand het heeft meegemaakt, omdat jeugdzorggedupeerden weten dat het systeem nooit structureel is veranderd en dat alles wat in het verleden fout ging zich op elk moment kan herhalen. De sociale wijkteams vervallen in precies dezelfde fouten als de medewerkers van Bureau Jeugdzorg vanaf de oprichting in 1996. Er is aan de ene kant de handelingsverlegenheid en aan de andere kant de ‘spierballentaal’ en de doorzettingsmacht die op zeker moment de handelingsverlegenheid zal gaan overschreeuwen als er teveel gezinsdrama’s voorbijkomen. Een eeuwige spagaat van ondeskundigheid vermomd als machteloosheid.
Geldstromen
Want alle goede bedoelingen en enthousiasme ten spijt blijft jeugdzorg ook bij de gemeenten een amateuristische bende die zelfs niet bij benadering kan tegemoetkomen aan de hoge verwachtingen die werden gewekt door de ijveraars voor de Decentralisatie. Een lachwekkend hoofdstuk in de serie ‘wijkteams’ betrof een bericht van 13 oktober 2016 over een nieuwe aanpak de met wijkteams in vijf wijken van de steden Eindhoven, Enschede, Leeuwarden, Utrecht en Zaanstad.(3) Om de ‘slagkracht’ van de wijkteams te vergroten vanwege ‘botsende uitgangspunten’ in de regelgeving, gaan vijf wijken aan de slag met experimenten waarbij de wijkteamprofessionals meer mogelijkheden krijgen om maatwerk te bieden aan kwetsbare huishoudens. Het heeft niet direct met jeugdzorg en opvoedingshulp/dwang te maken, maar dit illustreert wel heel duidelijk wat er met de Transitie fout ging al voor 1 januari 2015. Het blijkt momenteel nog niet mogelijk om gezinnen integraal te helpen met meervoudige problematiek als jeugdhulp, schulden, participatie, bijzondere bijstand en armoedebestrijding, onder meer vanwege de gescheiden geldstromen. Laat dat nu juist één van de speerpunten te zijn geweest van de Decentralisatie. Alles moest naar de gemeenten worden overgeheveld, omdat dan de gescheiden geldstromen niet zo hinderlijk in de weg zouden zitten bij een integrale gezinsaanpak.
We hebben nu dus een experiment binnen een experiment. Er wordt een experiment uitgevoerd dat integraal werken heet, maar het doel van deze sociale omwenteling als geheel was juist dat integrale werken. Zeven jaar na de start is dit oogmerk van de Transitie -de totaalaanpak die zoveel verbetering zou gaan brengen- nog niet gerealiseerd. Wat iedereen had kunnen bedenken is dat ‘doorzettingsmacht’ op papier voor een wijkteamleider in de praktijk geen verandering zal brengen bij het contact met instanties die landelijk georganiseerd zijn. De gemeente kan wel van alles willen, maar wijkteamleiders krijgen voor hun cliënt geen voorrang boven andere (gewone) cliënten. Dit is maar één voorbeeld, maar het laat zien dat de zogenaamde Proeftuinen -waarin twee jaar voor de Transitie met de nieuwe verantwoordelijkheden van de gemeenten werd geëxperimenteerd- helemaal niets wezenlijks naar voren is gekomen dat als leidraad kon dienen bij de sociale omwenteling, want anders zaten we zeven jaar later niet nog steeds met zo’n elementaire tekortkoming. De Proeftuinen hielden zich voornamelijk bezig met lichte opvoedondersteuning en opvoedadvies en zij brandden hun vingers niet aan ‘doorzettingsmacht’ of gedwongen maatregelen. Dat had voornamelijk betrekking op het domein jeugdhulp, maar op het sociale vlak (WMO) is er kennelijk ook niet veel geleerd in de proeftijd, als ik dit experiment mag geloven.
AMHG
Tja Mariëlle, een 'kind in de knel' wordt sneller gesignaleerd dan geholpen en bemoeienis van een niet-professionele hulpverlener betekent vaak een verslechtering in plaats van een verbetering. Hoe beschermen we kinderen nu toch tegen de jeugdbeschermers? Kunnen we dat ook ergens melden, bij het Advies Meldpunt Gezinsmishandeling door Hulpverleners (AMGH) of klinkt dat niet sexy? (4) We zouden het ‘Echt Veilig Thuis’ kunnen noemen en de veiligheid van het gezin dan afmeten aan het slinkende aantal gezinsbemoeials, zodat ouders beter in de gelegenheid zijn om echte professionals in te schakelen afkomstig van buiten het Wijkteam. Dan raken die wijkteams ook niet zo overbelast en kunnen zij meer tijd besteden aan het ‘elkaar vinden’ en het elkaar advies vragen over en weer, in de hoop dat er iemand is die wel weet wat er moet gebeuren. Tot het moment dat ze zich gaan realiseren dat jouw welgemeende advies om tot een gezamenlijke aanpak te komen tussen Rijksoverheid en gemeenten, in werkelijkheid betekent dat ze de hele Transitie beter kunnen terugdraaien en nu eens een keer echt professioneel te werk gaan, zonder geëxperimenteer en zonder het eeuwige geouwehoer over ‘professionalisering’ en de riedel van ‘lerende organisatie’ (5) als uitgekauwde smoes voor een sector die nergens wat van leert, tot het moment dat de overheid haar kwaliteit van werken echt gaat controleren en ze erop zal afrekenen.
(1)http://kindermishandeling.online-magazine.nl/nl/mobile/spread/8735/768419
Wat is Kindermishandeling - De website van jeugdbescherming! Prevalentiestudie over Kindermishandeling – de basis waarop de overheid beleid maakt – ‘Sloppy science’ of volksverlakkerij? Misleidende wetenschap kan de koppen de verkeerde kant opzetten in héél de jeugdzorgketen. De overheid baseert zich op de NPM, de Nationale Prevalentiestudie Mishandeling (2005 en 2010), het voorkomen van mishandelingen. jeugdbescherming.jimdofree.com |
(3) https://agendastad.nl/experimenteren-nieuwe-aanpak-wijkteams-vijf-wijken/
(4)https://www.ouders.nl/artikelen/amk-wordt-veilig-thuis