toeslagenaffaire - SOS-Jeugdzorg

Casuïstiek

 

Een gebouw dat is bekostigd met rijksgelden waar ouders/bezorgde burgers met elkaar kunnen praten. Waar men een cultuurverandering teweeg wil brengen. (1)

 

De behoefte om samen boos te zijn, samen te huilen is begrijpelijk. Elkaars verhaal herkennen en erkennen. Het onrecht benoemen in een warme omgeving. Maar de appeltjesgroene muren en citroengele krukjes zorgen niet voor wettelijke juridische kaders voor een betere rechtsbescherming. In plaats daarvan heeft de Rijksoverheid boze en getraumatiseerde ouders gewoon vakkundig gesensibiliseerd. Als de overheid dan opnieuw niet levert wordt dat besproken in een neutrale ruimte en 'warme' omgeving. "We gaan erover praten met respect en luisteren naar elkaar", maar ondertussen gebeurt er niets. De overheid heeft tijd gekocht. Het is de morfine die ze je toedienen. Iedere opstand wordt in de kiem gesmoord onder het mom van een goed gesprek. Op de plek die zij hebben gefinancierd. Betaald en bepaald. Nee. Ik geloof niet dat de overheid pijn in haar hart heeft na Ongekend onrecht. Het is een bewuste strategie om 'boze ouders' te knevelen zonder dat zij dit in de gaten hebben. Faciliteer een plek waar ze kunnen praten, huilen en boos zijn ... dat leidt af van ons, van waar het om gaat. (2)

 

Op 14 juli 2021 verscheen in de media het zoveelste jank-artikel (1) van een jeugdzorgbestuurder over toenemend geweld tegen jeugdbeschermers. In dit geval Ruud Brinkman van jeugdbescherming Overijssel die volgens de strategie van ‘dader presenteert zich als slachtoffer’ medelijden probeerde op te wekken bij het grote publiek dat nog altijd geen kennis heeft van de voortdurende structurele misstanden in de jeugdzorgsector. Een week daarvoor was er een aangrijpende documentaire op televisie geweest over het willekeurige, hardvochtige en amateuristische handelen van Veilig Thuis, de Gecertificeerde Instelling (GI) en de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) gezien door de ogen van verloskundige Sylvia von Kospoth (2). Standaardpraktijk bij ieder kritisch artikel in een grote krant of een uitzending over de wanpraktijken van jeugdzorg is dat de dagen daarna er meteen een tegenoffensief komt vanuit jeugdzorg dat twee mogelijkheden kent; ofwel er wordt snel een andere krant gebeld die een menselijk portret schildert van een paar gezinsvoogden die met veel liefde en integriteit hun werk doen (waarbij ze soms ‘moeilijke’ keuzes moeten maken) of er komt een klaagzang van een jeugdzorg-bobo over het toenemende geweld tegen jeugdzorgmedewerkers in een zelf geschreven column of een ‘spontaan’ interview in de krant.