Decentralisatie - SOS-Jeugdzorg

Casuïstiek

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 70 niet laden

Met de Decentralisatie van de jeugdzorg die van start ging op 1 januari 2015 werd beoogd de hulp aan jeugdigen te verbeteren op het gebied van toegankelijkheid en preventie in een wijkgerichte aanpak onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Men hoopte zo betere zorg op maat te kunnen leveren aan jeugdigen door de hulp dichtbij te organiseren met gebruikmaking van de Eigen Kracht van gezinnen. Deze sociale benadering van de problemen in gezinssituaties ging echter voorbij aan de rechtspositie van ouders en kinderen onder jeugdzorg die structureel ongewijzigd bleef en in bepaalde opzichten zelfs verslechterde, zoals met het blokkaderecht voor pleegouders na één jaar. Ook de verregaande gemeentelijke bemoeienis met gezinnen vanuit de sociale wijkteams volgens het drang & dwang-principe werd door oud-kinderrechter Nanneke Quick-Schuit al betiteld als een ‘verdergaande vervaging van de grens tussen vrijwillige en gedwongen hulp’.(1) Volgens jeugd- en familierechtadvocaat Huib Struycken wordt het hoog tijd dat er een belangrijke wijziging komt in de manier waarop er in ons land wordt omgegaan met de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen, want het huidige systeem is niet in het belang van ouders en kinderen.


Toespraak Jeugdzorg Dark horse       

Door: Ranada van Kralingen

Malieveld Den Haag, 29 juni 2016                                                                                   


Jeugdzorghulp werkt averechts


Jeugdzorg is een systeem dat kinderen zou moeten beschermen, maar dit te vaak niet doet. Een systeem dat zichzelf in standhoudt door soms onbedoeld kinderen te traumatiseren en langer aan het hulpverleningsinfuus te houden dan nodig is. Als deze kinderen later volwassen zijn komen ze in veel gevallen opnieuw met jeugdzorg in aanraking, wanneer ze zelf kinderen hebben.


Waarheidsvinding


Kinderen worden in Nederland uit huis geplaatst, weggerukt van hun familie, maar als achteraf blijkt dat er fouten zijn gemaakt komen de kinderen vaak niet terug. Er wordt óók achteraf niet aan waarheidsvinding gedaan, zodat ouders een onmogelijke strijd voeren, waarbij de beschuldigingen aan hun adres zich opstapelen, om de fouten van jeugdzorg zelf te maskeren.


Speculaties in rapportages


In de brief van Minister van der Steur van 13 april 2016 aan de Tweede Kamer staat dat goede voornemens om feiten en meningen te scheiden in de rapportages van jeugdzorg en de Raad nog lang niet goed gaat.


Een terugkerende klacht blijft ook in 2016 dat feiten en meningen niet afdoende worden gescheiden. De inhoud van rapporten zijn niet voldoende consistent en er zijn klachten over onzorgvuldig onderzoek of niet objectief onderzoek.


In 2013 heeft toenmalig kinderombudsman Marc Dullaert in het rapport "is de zorg gegrond" al aangegeven dat er veel mis is in de jeugdzorg als het gaat om feiten en speculaties in rapportages. Hij sluit niet uit dat er kinderen onterecht uit huis zijn geplaatst…………..


De rapportages van jeugdzorg gezinsvoogden zijn van slechte kwaliteit en kenmerken zich door speculaties, vermoedens en onderbuikgevoelens. De Kinderombudsman constateert dat deze instanties te weinig garanties hebben ingebouwd om het aantal fouten tot een minimum te beperken. Er wordt gebruik gemaakt van informantenonderzoek, waarbij de verkregen gegevens niet worden getoetst. Ook de kinderrechter doet vaak niet aan materiële toetsing van gedane beweringen.


Decentralisatie


In de 2015 kwam de decentralisatie met de belofte dat alles beter zou worden, maar het oude Bureau jeugdzorg gaat gewoon door onder een andere naam als gecertificeerde instelling. De decentralisatie heeft niets veranderd aan haar werkwijze, want die is nog even ondoorzichtig als voor de transitie. “Het is de dictatuur van de jeugdzorg”, zeiden twee advocaten uit Enschede in de Tubantia van 28 mei:


“Er is een religie in Nederland en die is dat jeugdzorg alwetend is en àltijd gelijk heeft.“ Toen de advocaat in een zitting aangaf dat de gezinsvoogd loog, zei de rechter: ‘Ik geloof de gezinsvoogd áltijd’. De visie van de Raad voor de Kinderbescherming de jeugdzorginstelling, Veilig Thuis of Jeugdbescherming wordt meestal gevolgd door de kinderrechter, ook als er sprake is van aantoonbare onjuistheden, liegen of valsheid in geschrifte.


Wil men dit echt gaan aanpakken dan pleit ik voor de beëdiging van jeugdzorgmedewerkers en Raadsmedewerkers in de rechtbank. Laat ze hun verklaringen onder ede afleggen. Het is in de familierechtbank bijna altijd een thuiswedstrijd voor Jeugdzorg. En dat weten ze. Daarom kan dit perverse systeem nog decennialang mee.


Aan het einde van het rapport van de Kinderombudsman staan aanbevelingen, maar die aanbevelingen zijn niet bindend. Iedereen belooft beterschap, en niets verandert. Jeugdzorg lacht erom en politici verschuilen zich achter het zoveelste onderzoek dat ze hebben laten doen. Maar het onrecht gaat gewoon verder.